Zo in het voorjaar komt het gevoel en de gedachte bij mij op om zaadjes te gaan zaaien. Het
heeft natuurlijk met de natuur en de natuurlijke weg van groeien en bloeien te maken. Het
gebeurt gewoon dat wonderbaarlijke. Wat er overigens wel moet gebeuren is dat ik er zelf iets
voor moet doen, namelijk zaadjes zaaien. Daarbij kan ik mezelf niet onttrekken aan het idee dat
ik er ook zelf iets uit wil halen. Want mijn verwachting is, als ik zaadjes zaai en bij voorkeur
zaadjes voor een mooie wilde bloemenweide, dat er over een tijdje een weelde van kleuren
tevoorschijn komt. Ik houd van kleur. Mooie bonte kleuren omdat mij dat vrolijk en opgewekt
stemt. Het brengt mij terug naar mijn jeugd. Bij ons op de boerderij was die natuur als
vanzelfsprekend altijd dichtbij. Vooral in de lente en de zomermaanden vond ik mezelf veel en
vaak terug in de natuur. Of dat nu ging om het klimmen in bomen, cowboytje spelen, met de
dieren omtuttelen, zwemmen in de zandafgraving, lekker door het veld struinen, alles was
lichter, warmer en zonniger als ik buiten kon zijn. Het had iets te maken met vrijheid en de
ruimte hebben om te kunnen spelen. Gewoon het spelende kind zijn dat nog even geen weet
heeft van en niet de zwaarte hoeft te dragen van de verantwoordelijkheden die het leven ook met
zich mee brengt. Heerlijk!
Als ik dan zo mijmerend in de in mij zelf opgeroepen bloemenweide zit dan bedenk ik me hoe dat
nu als volwassene in het hier en nu voelt. Bij gedachte komen als vanzelf verhalen en
herinneringen boven. Verhalen en herinnering die iets voor mij betekenen. Ook brengt deze
gedachtenexercitie gevoelens en emoties mee. In dit geval vrolijke en blijmoedige gevoelens.
Maar ook dankbaarheid dat ik dit alles heb mogen ervaren en beleven. Toch zit er ook wel
weemoed in omdat ik als kind nog onbevangen door de natuur kon huppelen zonder te
bedenken dat het inzaaien van een stukje grond met bloemzaadjes belangrijk kan zijn voor de
biodiversiteit en het behoud van een goede balans tussen de bloemetjes en de bijtjes. Ook
hoefde ik niet na te denken over het zoeken naar vruchtbare grond waarin de zaadjes gezaaid
moesten worden. Laat staan dat ik besef hoefde te hebben gedisciplineerd mijn ingezaaide
stukje grond te bemesten en bewateren. Want zonder water en meststof geen groei.
En dan bedenk ik me nu ook dat ik dankbaar kan zijn voor de lessen in het leren dragen en
nemen van verantwoordelijkheden. De discipline maar ook de zorg die zich uitstrekt naar
anderen of het andere geeft ook een goed gevoel. Iets voor anderen kunnen betekenen geeft zin.
Alles overdenkend zijn gebeurtenissen, tijd en omgeving allemaal elementen die betekenis
geven aan mijn zijn. Mijn zijn in de wereld. Mijn ‘Sitz im Leben’. De wereld is geen verzameling
van dingen of gegevens, maar een betekenisvol geheel. Bij mij is er weer een zinzaadje gezaaid.