Zinzaadjes zaaien – Februari 2025

Christoffel Columbus, de ontdekkingsreiziger, u weet wel die man die in 1492 Amerika heeft ontdekt, heeft ooit het volgende gezegd: ‘Het vraagt moed om de oceaan over te steken en het zicht op de haven los te laten’.

Deze tekst kwam bij mij  boven toen ik een client begeleidde in de laatste fase van het leven. We hadden al meerdere gesprekken gehad over doodgaan en de client was er van overtuigd dat er een plek was gereserveerd in de hemel. Angst voor de dood was er niet en toch was er wel onrust. En dat is wel herkenbaar. Het is niet zozeer angst voor het ‘dood-zijn’ maar wel angst voor het doodgaan op zich.

Als ik daar voor mezelf op invoel, mijzelf dus confronteer met het moment van mijn eigen eindigheid, dan kan ik gevoelens opmerken die me in elk geval nerveus maar ook verdrietig maken. Het hangt dan om het vasthouden aan het leven tegenover het loslaten van het leven.

Het vasthouden aan het leven heeft ook weer verschillende kanten. De ene kant is dat ik, ondanks mijn vertrouwen dat het na dit leven verdergaat, wel twijfel ervaar. Twijfel in de zin van ‘het zou kunnen dat er een hemel is maar ik weet niet precies hoe dat er uit ziet en of ik dat wel wil ambiëren’. Dat laatste vind ik wel een beetje eigenwijs van mezelf want wie ben ik om daar iets in te willen. Dat is nou eenmaal het mysterie van het leven, zegt een stemmetje in mij. Dat neemt niet weg dat ik in onzekerheid achterblijf. Ik wil graag grip en controle houden over mijn leven en dus blijkbaar ook over wat daarna gebeurt.

De andere kant is dat ik me verdrietig voel omdat ik geliefden en mensen die mij nauw aan het hart gaan moet loslaten en achterlaten. Het idee van afscheid nemen doet dan bij voorbaat al pijn. Het hart huilt. Want fysiek nemen we afscheid en dat voelt alsof je geamputeerd wordt. Het litteken van die wond, die een amputatie achterlaat, kan bij elke weersverandering weer gaan steken. Bovendien kun je last hebben van fantoompijn. Dat is de pijn die je voelt in een deel van je lichaam dat er helemaal niet meer is. Hier ligt de focus op pijn en het willen voorkomen van pijn. Het is o zo menselijk om geen pijn te willen voelen.

Waar kun je dan troost halen? Voor mij zit er troost in de gedachte dat er liefde is. Liefde is als het licht van een gedoofde ster dat eeuwig in het oneindige universum blijft stralen. Dus liefde is eeuwig. Als wij fysiek loslaten is er altijd de liefde die we kunnen blijven vasthouden. Hoe en waar je dan ook bent.

De stervende mens kunnen we vanuit die liefde alle moed wensen om het zicht op de haven te verliezen en om de oceaan over te steken. De achterblijvende geliefden kunnen we toewensen  dat wanneer je verdrietig bent, kijk dan opnieuw in je hart en zie dat je huilt om wat je vreugde schonk. Zo omschrijft dichter Kahlil Gibran het en hieruit kun je opmaken dat de liefde eeuwig is.

Daarom in liefde een vaarwel en adieu (ga met God).

Schuiven naar boven